‘Godnondeju! Dit méén je niet!’. Ik veeg driftig plukken hondenhaar van mijn knieën en geef mijn pony een woeste zwiep naar achter. Uit de zwemtas die Noud aan het uitpakken is klinkt doffe en onduidelijke reactie. Ik loop naar de keuken en vervolg: ’Eén van mijn mouwtjes is weg!’. Noud komt zuchtend omhoog, gebiedt onze overnieuwsgierige hond voor de zoveelste keer terug naar zijn plaats te gaan en kijkt mij gefrustreerd aan. ‘Hoe bedoel je, weg?!’. Uit de woonkamer klinkt een doffe klap. We zijn beide even stil en luisteren. Na een paar geluidloze seconden komt het gehuil. ‘Ja dat kan maar één ding betekenen natuurlijk.’ Kleine Ot ligt op zijn rug naast de bank op de grond en grijpt met beide handen zijn achterhoofd. Het resultaat van overmoedigheid en oververmoeidheid. Die moet naar bed. Ik neem Ot in mijn armen en struikel onderweg naar de trap over een zeurende kat aan mijn voeten. ‘Heb je zijn bak nog bijgevuld?!’ schreeuw ik naar de keuken door Ot zijn gehuil heen. ‘Wáát?!’ klink het terug. De chaos is compleet. Ik passeer de eetkamertafel en krijg het mysterie van de verdwenen mouw nog eens onder ogen. Naast de naaimachine van mijn schoonmoeder liggen de op maat gesneden stukken stof van een oud t-shirt van mij. Upcyclen, hergebruiken, geef het naam. Het doel is, of was, een eigen t-shirt te maken voor Ot. Of dat nog gaat lukken is onzeker nu één van de mouwtjes spoorloos is verdwenen. Wie van de aanwezigen in dit huis heeft mijn hobbywerk gesaboteerd en nog belangrijker: is de mouw nog terug te vinden?
0 reacties